Een Monstera houdt van veel helder indirect licht, maar kan situaties met weinig licht verdragen.
Direct licht kan de bladeren doen verbranden en te weinig licht kan de bladeren geel doen verkleuren.
Je moet een Monstera water geven als de grond aan de bovenkant droog is.
Laat de grond niet te veel uitdrogen, want dat kan leiden tot bruine en knapperige randen aan de bladeren.
Je moet goed doorlatende grond gebruiken voor je Monstera.
De grond moet een beetje vocht vasthouden, maar niet zo veel dat de grond nat is.
Je moet een Monstera ongeveer om de twee jaar verpotten.
Dit is wanneer de wortels alle ruimte in de pot hebben ingenomen en de plant meer ruimte nodig heeft om te blijven groeien.
Als je niet wilt dat de plant verder groeit, kun je ook stoppen met verpotten.
Je moet je Monstera in de groeiperiode (lente en zomer) eenmaal per maand bemesten.
In zijn rustperiode, de herfst en de winter, moet je de Monstera helemaal niet bemesten.
De Monstera is een heel taaie plant als ze gezond is.
Als ze gestrest is of in shock, kan ze kwetsbaar worden voor schildluis, wolluizen en spint.
De monstera is giftig voor mensen en huisdieren.
Als het sap wordt ingenomen kan het indigestie en braken veroorzaken.
De oude bladeren vallen af omdat de plant voedingsstoffen moet sparen om de nieuwe bladeren groot en sterk te laten groeien.
Dit is normaal gedrag voor deze plant en je hoeft je geen zorgen te maken.
Als de uiteinden van je Monstera bladeren geel, bruin of zwart worden, is dat een duidelijk teken dat de plant te veel water heeft gekregen.
Het beste is te stoppen met water geven, het overtollige water af te voeren, en de grond te laten uitdrogen voor je weer water geeft.