De wetenschappelijke naam voor een urnplant is Aechmea fasciata.
De urnplant komt oorspronkelijk uit het zuidoosten van Brazilië en groeit in de regenwouden van de amazone.
Om je urnplant te verzorgen, zorg je ervoor dat het helder, indirect zonlicht krijgt en houd je de grond vochtig maar niet drassig.
Bemest tijdens het groeiseizoen elke twee weken tot een maand met een uitgebalanceerde vloeibare meststof, en houd de luchtvochtigheid hoog.
Je hoeft je urnplant niet te verpotten, tenzij het uit zijn pot is gegroeid of als je het in meerdere planten wilt verdelen.
Als je toch besluit om te verpotten, gebruik dan een goed drainerende potgrond en zorg ervoor dat de nieuwe pot slechts iets groter is dan de oude.
Gebruik bij het planten van een urnplant een goed drainerende potgrondmix die potgrond, perliet en orchideeënbast bevat voor extra drainage.
Zorg ervoor dat je na het planten goed water geeft en vermijd overbewatering om wortelrot te voorkomen.
Je moet je urnplant water geven als de bovenste centimeter grond droog aanvoelt.
Meestal zal dit eens in de 7-10 dagen zijn, afhankelijk van omstandigheden als temperatuur en vochtigheidsgraad in je huis.
Vermijd overbewatering, want dat kan leiden tot wortelrot en andere problemen met de gezondheid van je plant.
Je urnplant heeft helder, indirect zonlicht nodig om te gedijen; direct zonlicht kan zonnebrand op de bladeren veroorzaken, dus zorg ervoor dat het op een plek staat waar het niet te veel direct zonlicht krijgt gedurende de dag.
Bemesting helpt je urnplanten gezond en sterk te worden; gebruik tijdens het groeiseizoen (lente tot herfst) om de twee weken een uitgebalanceerde vloeibare meststof.
Urnplanten geven de voorkeur aan een hoge vochtigheidsgraad, dus regelmatig hun bladeren vernevelen kan helpen de vochtigheidsgraad rondom hen te verhogen; je kunt ook een luchtbevochtiger in de buurt plaatsen of meerdere planten bij elkaar zetten om te helpen het vocht in de lucht rondom hen beter vast te houden dan wanneer ze alleen zouden staan.
Veel voorkomende plagen die de gezondheid van je Urnplant kunnen aantasten zijn wolluizen, schildluizen, spint, trips, bladluizen en wittevlieg.
Controleer je planten regelmatig op tekenen van aantasting zoals gele vlekken op de bladeren of webben tussen stengels/bladeren/bloemen.